Aanpak
Er werd een visie uitgewerkt en een algemeen schema dat aangeeft hoe het herstelproces en het proces terug naar werk samen dienen te worden beschouwd, alsook 9 pathologiefiches, namelijk voor de volgende pathologieën: burn-out (ICD-10 code: Z73.0), aanpassingsstoornissen (F43.2), milde depressieve episode (F32.0), carpale tunnelsyndroom (G56.0), gescheurde rotator cuff (M75.1), knieprothese (Z96.6), aspecifieke lage rugpijn (M54.5), borstkanker (C50) en acuut myocardinfarct (I21).
De ontwikkeling gebeurde in drie fases, waarbij ook heel regelmatig werd afgestemd met de Stuurgroep.
Fase 1: In kaart brengen van de bestaande situatie / gekende factoren
Vooreerst werden de bestaande situatie en gekende factoren in kaart gebracht, via drie stappen:
-
Bestuderen van bestaande informatie en van richtlijnen uit het buitenland (bijvoorbeeld Frankrijk, Zweden …) via desk research;
-
Uitvoeren van verkennende interviews met 16 experten in arbeidsgeneeskunde, verzekeringsgeneeskunde, huisartsengeneeskunde en de betrokken medische domeinen (face to face);
-
Organiseren van een feedbackronde bij 22 artsen-specialisten binnen de relevante clusters (via e-mail).
Dit leidde tot een eerste versie van de visie en een fiche per pathologie.
Fase 2: Heroriënteren met focus op het ‘Terug Naar Werk’ (TNW) traject
In 2021 wenste de nieuwe regering met Minister Vandenbroucke het nog lopende traject aan te grijpen om de koppeling te maken met de ‘Terug Naar Werk’ (TNW) coördinatie. Het hulpmiddel werd hierbij waar nodig herzien en uitgebreid. Er gebeurde een herwerking van de visie en de fiches met focus op het traject ‘Terug Naar Werk’. Ook werd werk gemaakt van een algemeen schema met betrekking tot het parallel beschouwen van herstel en het traject terug naar werk, en bijlagen inzake de waaier aan participatiemogelijkheden en tips om de terugkeer naar werk te vergemakkelijken.
Möbius verzamelde ook de input van huisartsenverenigingen (Domus Medica en SSMG) en patiëntenverenigingen (het Vlaams Patiëntenplatform en LUSS) en integreerde deze in het hulpmiddel.
Dit leidde tot een aangepaste versie van de visie en fiches, en een algemeen schema.
Fase 3: Organiseren van een pilootproces voor testing en evaluatie van het hulpmiddel
Opdat het hulpmiddel maximaal bruikbaar zou zijn, en om gedragenheid te verzekeren, werd een pilootproces georganiseerd met zowel Nederlandstalige als Franstalige huisartsen en patiëntenvertegenwoordigers (in samenwerking met de huisartsenverenigingen en patiëntenverenigingen). Dit proces bestond uit drie stappen:
-
Organiseren van een online evenement om het ontwikkelde hulpmiddel voor te stellen en het pilootproces te duiden (er werd een evenement in het Nederlands georganiseerd en eenzelfde evenement in het Frans);
-
Gedurende drie maanden: gebruiken van het hulpmiddel bij consultaties door huisartsen en evalueren van het hulpmiddel (door beide groepen), ondersteund door een online community (georganiseerd via een digitaal platform);
-
Op gestructureerde wijze verzamelen van feedback en suggesties om het materiaal verder te optimaliseren en de implementatiegraad ervan te maximaliseren, via een online enquête bij de deelnemers aan het pilootproces.
Er waren diverse raadplegings-/afstemmingsmomenten met de leden van de WG 3 en de huisartsenverenigingen, om de verzamelde feedback te triëren en de relevante feedback te integreren. Dit leidde tot een finale versie van de visie, het algemeen schema en de pathologiefiches.
Resultaten
Het resultaat is een duidelijk hulpmiddel met aanbevelingen om het gebruik van afwezigheidsattesten omwille van ziekte als onderdeel van de therapeutische aanpak en de re-integratie op het werk te verbeteren, in de vorm van:
-
Een visie die bestaat uit een introductie, drie pijlers en drie bijlagen met relevante bijkomende informatie;
-
Een algemeen schema om de link te maken tussen herstel en het traject terug naar werk;
-
Een fiche voor elk van de 9 pathologieën, die volgens een vaste structuur is opgebouwd, met medische basisinformatie, informatie met betrekking tot het herstel en tot het traject terug naar werk, richtduurtijden voor arbeidsongeschiktheid en factoren die belangrijk zijn om de situatie van de patiënt ‘in concreto’ te beoordelen.