Burn-out is als psychische aandoening sterk aanwezig in onze huidige samenleving, waarin werken centraal staat. Hoewel het vaak nog taboe is om erover te praten, kent iedereen wel minstens één iemand in zijn nabije omgeving die een burn-out heeft of heeft gehad. Het is daarom belangrijk om bestaande initiatieven te versterken, maar ook om een echt nationaal burn-out preventiebeleid voor te stellen.
Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid Maggie De Block werkte met verschillende betrokken instellingen aan een geïntegreerd en gecoördineerd preventiebeleid inzake werkgerelateerde psychische aandoeningen, waaronder burn-out. In dit kader werd Möbius gevraagd om een ambitieus project met grote maatschappelijke impact te begeleiden: het definiëren van een geïntegreerd preventieplan voor werkgerelateerde psychische aandoeningen. Voor een geïntegreerd beleid zijn op elk preventie- en interventieniveau acties en projecten nodig, gecombineerd met transversale initiatieven. Möbius heeft hiervoor een zeer originele aanpak gehanteerd. We lichten hieronder de vier belangrijkste succesfactoren toe. We beogen hier geenszins een medische benadering of karakterisering van werkgerelateerde aandoeningen; dit onderwerp wordt immers uitgebreid behandeld in de gespecialiseerde tijdschriften.
Een systemische en multidisciplinaire aanpak voor een burn-out preventiebeleid
We hebben vrijwel meteen kunnen vaststellen dat het belangrijkste succescriterium van het project juist ligt in de grote complexiteit van het thema. Hoewel werk en de werkomgeving een belangrijke factor vormen bij het optreden van burn-out, blijft het erg ingewikkeld om de precieze oorsprong van een burn-out te detecteren. Het is bewezen dat deze van systemische aard is en daarom is het ook essentieel om rekening te houden met verschillende aspecten om het optreden van een burn-out te voorkomen: de aard van de relatie op het werk, het organisatiemodel en de werkgerelateerde cultuur, en ook de individuele situatie van de persoon en diens omgeving, persoonlijkheid, waarden, balans tussen privé- en professionele leven, enz. Het actieveld is dus erg breed. Deze verschillende aspecten worden behandeld in de langetermijnvisie voor burn-out-preventie, en alle werkgerelateerde mentale aandoeningen, die aan het begin van het project werden gedefinieerd (Figuur 1).
Figuur 1 : De « visie » van het preventiebeleid
Stimuleren van participatie doorheen het traject van burn-out preventiebeleid
Van bij het begin van het project in januari 2018 hebben we rekening gehouden met de grote diversiteit aan betrokkenen en hebben we een plan van aanpak op maat voorgesteld. Verschillende types van stakeholders werden benaderd: medewerkers van de betrokken instellingen, huisartsen, psychiaters, medisch specialisten, psychologen, burn-out coaches, vertegenwoordigers van mutualiteiten en verzekeringsmaatschappijen, de HR-sector, managers, vertegenwoordigers van externe en interne preventiediensten op het werk, academici, de sociale partners,…
Gezien het aantal verschillende standpunten, hebben we een reeks participatieve workshops voorgesteld waarin in totaal bijna 200 werkveld- en institutionele spelers werden samengebracht voor de opmaak van een preventieplan. Dit preventieplan omvat een waaier aan doelstellingen en acties die de realisatie van de gedefinieerde visie mogelijk moeten maken. Er werd in echte co-creatiemodus gewerkt en er werd een netwerk van stakeholders gevormd. De deelnemers zelf waren erg tevreden met deze open aanpak, die hen meteen ook in staat stelde om complementaire spelers in hun vakgebied te ontmoeten. Figuur 2 vat de belangrijkste stappen van het plan van aanpak samen.
Figuur 2 : Plan van aanpak
Figuur 3 : Een participatieve aanpak
Een oproep voor pilootprojecten en een dynamisch instrument om de integratie van verschillende dimensies in de aanpak te stimuleren
Gezien de synergie die werd gezocht, zou het zonde zijn geweest om een vast resultaat voor te stellen. Om deze reden hebben we een dynamisch instrument voorgesteld, een kader dat doorheen de participatieve sessies werd gevormd, parallel aan de definitie van het preventieplan.
Het kader voor geïntegreerde preventie houdt rekening met alle verschillende dimensies die vereist zijn voor een geïntegreerd preventiebeleid voor werkgerelateerde psychische aandoeningen. Om een geïntegreerd beleid voor de preventie en aanpak van werkgerelateerde psychische aandoeningen te ontwikkelen, is de integratie tussen de verschillende niveaus van preventie en interventie essentieel. In het beleid wordt het individu centraal geplaatst. Dit is meteen ook de reden waarom ons geïntegreerd preventiekader alle levensfasen van het individu omvat; een werkgerelateerde psychische aandoening kan immers in eender welke fase in de beroepsactieve periode worden ontwikkeld. De dynamische tool die we gebruikten, was een belangrijk hulpmiddel om de integratie van acties te stimuleren bij de oproep voor pilootprojecten van 26 juni 2018. Omdat deze pilootprojecten juist als doel hebben om het preventieplan concreet te maken, was een geïntegreerde en gecoördineerde aanpak van cruciaal belang. Deze projecten dienden de samenwerking tussen de verschillende spelers te vergemakkelijken en de verschillende niveaus van preventie en interventie te integreren, en dit bij voorkeur ook met een gecoördineerde aanpak tussen de verschillende spelers. We hopen dat dit kader in de toekomst opnieuw zal worden gebruikt bij het definiëren van preventieve acties voor werkgerelateerde psychische aandoeningen (zie figuur 4).
Figuur 4 : Kader voor geïntegreerde preventie
De oprichting van een neutrale selectiecommissie voor de evaluatie van de pilootprojecten
De oproep voor pilootprojecten was een groot succes. Er werden 77 dossiers voor kandidaat-projecten ingestuurd: 52 transversale projecten (waarbij consortia van meerdere organisaties betrokken zijn) en 25 afzonderlijke projecten (waarbij één organisatie betrokken is).
Om de selectie van de projecten en de beoordeling van hun resultaten in 2019 uit te voeren, richtte Möbius een neutrale commissie op, bestaande uit medewerkers van diverse instellingen en academici. We hebben ook een monitoringmethodiek voorgesteld die pleit voor zelfevaluatie door de actoren van de projecten zelf, zodat concrete resultaten ook na de looptijd van dit project (tot december 2019) kunnen worden bestendigd. Na lange discussies en de nauwgezette toepassing van een objectieve methode werden 12 projecten geselecteerd die acties voorstellen in verschillende sectoren en beroepscategorieën:
De sectoren waarop de geselecteerde pilootprojecten betrekking hebben, zijn de volgende:
- Ziekenhuizen
- Commerciële sector
- Non-profit sector
- Grote ondernemingen
- KMO’s
- Bouwsector
De beroepscategorieën waarop de geselecteerde pilootprojecten betrekking hebben, zijn de volgende:
- Bedienden
- Arbeiders
- Zelfstandigen
- Contractueel en statutair overheidspersoneel
Voor meer informatie over de inhoud van de geselecteerde pilootprojecten, verwijzen wij u graag naar de website van de FOD Sociale Zekerheid waar de informatie hier te vinden is.