“Eigenlijk gaat het er in een ziekenhuis nog harder aan toe dan in een doorsnee bedrijf. We kiezen niet zelf welke patiënten we opnemen, die komen binnen via de spoed, via hun huisarts, … We kiezen ook niet zelf hoeveel onze patiënten betalen, we werken binnen het kader dat de overheid vastlegt. Onze bewegingsruimte is beperkt, waardoor we heel creatief moeten zijn om met de middelen die we hebben zo goed mogelijke zorg aan onze patiënten te garanderen.”
Staelens noemt het een moeilijke evenwichtsoefening. “We balanceren voortdurend op een slappe koord. Stel dat robotchirurgie ons meer kost dan ze opbrengt, maar wel een aantoonbare meerwaarde heeft voor de patiënt? Wat doen we dan? In de praktijk zullen we dan altijd voor de patiënt kiezen, maar dat betekent dat we die kosten wel op een of andere manier moeten zien te compenseren. Dat soort afwegingen moeten we hier elke dag maken.”
Berg data digitaliseren en structureren
Het OLV Ziekenhuis baseert zich bij die afwegingen op data, legt Staelens uit. “Ziekenhuizen beschikken over een massa data. Die hebben we altijd al gehad, het grote probleem was dat die data niet verankerd waren. Ze waren niet gedigitaliseerd en ze waren niet gestructureerd. Dankzij oplossingen als Value4Health halen we nu veel meer uit de data die we beschikbaar hebben.”
Mathieu Dierick stond bij Möbius mee aan de wieg van Value4Health. Hij is een atypische consultant, die niet alleen advies levert aan ziekenhuizen, maar zelf ook technologische tools bouwt. “We zijn vertrokken van de data die ziekenhuizen al hadden. Die zijn al complex genoeg, we wilden zeker geen nieuwe datastromen toevoegen en geen nieuwe dataregistratie opleggen. We hebben alle databronnen, die vaak versnipperd zaten over verschillende afdelingen, samengebracht en aan elkaar gekoppeld. Zo kunnen ziekenhuizen nieuwe verbanden leggen.”
Anticiperen op nieuwe financiering
“Met Value4Health kunnen ziekenhuizen hun kosten en opbrengsten gedetailleerd in kaart brengen, op het niveau van pathologieën of patiëntengroepen”, legt Dierick uit. “Dat is bijzonder belangrijk, nu de federale regering de ziekenhuisfinanciering gaat aanpassen. Vandaag worden ziekenhuizen vanuit de overheid betaald per prestatie, in de toekomst wil de regering weg van die prestatiegedreven werking en krijgen ziekenhuizen een forfaitair bedrag per patiëntengroep. Om te weten wat ze met die enveloppe kunnen doen, is het natuurlijk cruciaal dat ze een betrouwbaar beeld hebben van de kosten en opbrengsten van elke patiëntengroep.”
“Daarnaast kunnen ze zich ook benchmarken met andere ziekenhuizen. Het is pas door de eigen kosten en opbrengsten naast die van andere vergelijkbare ziekenhuizen te leggen dat ze kunnen inschatten waar ze goed zitten en waar er nog ruimte voor verbetering is. De ziekenhuiswereld bestond lang uit allemaal eilandjes. Het is pas de laatste jaren dat er steeds meer netwerkvorming ontstaat en dat ziekenhuizen kennis en ervaringen met elkaar delen.”
Leren van andere ziekenhuizen
Vooral de benchmarking overtuigde het OLV Ziekenhuis om Value4Health te gebruiken, zegt Staelens. “We hadden al een vrij accuraat zicht op onze kosten en opbrengsten. Maar je mag nooit de pretentie hebben dat je het beter weet dan de rest. Je moet het wiel niet elke keer opnieuw uitvinden. We kunnen ongetwijfeld nog heel wat leren van andere grote ziekenhuizen, net zoals zij van ons kunnen leren.”
“Dé grote uitdaging voor ziekenhuizen is vandaag voldoende geschoold personeel vinden. COVID-19 heeft voor een grote uitstroom gezorgd, elk ziekenhuis heeft veel mensen zien vertrekken. Sommigen (hopelijk) tijdelijk, anderen definitief. Wij moeten onze mensen zo slim mogelijk inzetten – de juiste mensen op de juiste plaats – en we moeten ervoor zorgen dat hun taken voldoende uitdagend blijven en toch niet te zwaar worden.
Alle ziekenhuizen zitten vandaag in hetzelfde schuitje. We kunnen leren van elkaar. Misschien moeten we ons anders organiseren? Misschien moeten we aan onze processen sleutelen. De finaliteit is uiteraard altijd de kwaliteit van de patiëntenzorg, die moet met elke ingreep aantoonbaar verbeteren of minstens behouden blijven.”
“Value4Health is een oplossing om Business Intelligence- en financiële profielen aan te vullen”, benadrukt Dierick. “Ook daar is in ziekenhuizen een groot tekort aan. Door hun werk deels te digitaliseren, vangen we dat tekort mee op. In de toekomst willen we zorgorganisatie ook meenemen in de benchmark. In projecten zien we dat sommige ziekenhuizen een overcapaciteit hadden voor hun nachtdiensten. Dan kunnen ze shiften anders invullen en mensen verschuiven naar dagdiensten. Zo kan je met dezelfde personeelsbezetting toch meer handen aan het bed krijgen.”
Klantenervaring en patiëntenervaring
Ziekenhuizen kijken naar de aanpak van ondernemers om hun patiëntenzorg te optimaliseren en efficiënter te maken. Maar Staelens is ervan overtuigd dat ondernemers omgekeerd ook veel kunnen leren van ziekenhuizen. “Elk bedrijf zegt dat het klantgedreven is en de klant centraal zet.”
“De manier waarop wij onze patiënten centraal zetten, naar hen luisteren en hen betrekken bij onze kwaliteitsverbetering, dat zie ik eerlijk gezegd nog niet veel bedrijven doen. We hebben een patiëntenplatform dat vier keer per jaar samenkomt. We stellen focusgroepen samen om mee na te denken hoe we de betrokkenheid van de patiënt nog kunnen vergroten.”
“Op individueel niveau doen we bij élke patiënt twee metingen. De Patient Reported Outcome Measure (PROM) meet het objectieve resultaat van een behandeling, de Patient Reported Experience Measure (PREM) gaat na hoe de patiënt de behandeling ervaren heeft. We meten dus als het ware bij elke patiënt de ‘klantenervaring’. Hoeveel ondernemers doen dat?”
Voor Dierick ligt de allergrootste toegevoegde waarde van Value4Health bij de samenwerking. “Bij Möbius Healthcare ondersteunen we zorgorganisaties om meer en betere zorg te kunnen leveren, met minder kosten. Dit was het startschot voor Value4Health en is nog steeds onze essentie. Het benchmarken van data is slechts zilver. Samenkomen en leren van elkaars werking is goud.”
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Bloovi Studio. Het originele artikel kan hier teruggevonden worden.