Circulaire stad
Waarom staan de theorieën over circulaire economie en circulaire steden vaak nog zo ver van de dagelijkse realiteit, ondanks een verschuiving in het maatschappelijk debat over dit thema? Waar zitten nu de hindernissen om hierin de nodige stappen te zetten? In november vond ik op het Disruptive Innovation Festival (DIF) een mooie aanvulling op eerdere inzichten. Het DIF is een jaarlijks online event met tal van interessante webinars ( > 200 uren inhoud) van experts en innovatieve denkers van over de hele wereld. De webinars zijn trouwens nog een maand te consulteren op www.thinkdif.co. Dit jaar stond het thema circulaire economie centraal.
Er was één webinar die me bijzonder inspireerde, nl. deze met als onderwerp ‘Towards the Circular City: Designing and Planning Urban Ecosystems’. Ik vat deze graag even samen in deze blog.
Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in steden en is verantwoordelijk voor de consumptie van 75% van de middelen op aarde en van ruwweg 60-80% van de uitstoot van broeikasgassen. De milieu-uitdagingen en de uitdagingen over de manier waarop we wonen en leven in steden zijn dus inherent aan elkaar verbonden. Als belangrijke motor voor economische groei zullen steden ons de weg tonen naar circulaire economie.
Hoe een circulaire stad worden? Vandaag worden steden vaak bestuurd met korte termijn doelstellingen en de ruimtelijke ordening is weinig flexibel aanpasbaar. De oplossing ligt in het verschuiven van het verbruiken van energie en het genereren van afval naar een omgeving waarbij middelen oneindig hergebruikt worden zonder waardevernietiging. De sleutelfactor hierbij is het omschakelen naar een stad met een gedecentraliseerde planning en aanpasbaar ontwerp. Dit betekent meer decentrale stromen van materialen en energie (b.v. ipv grote afvalwaterzuiveringinstallaties ver weg van de stad te duwen, zullen we ze terug in de stad zelf brengen). Het democratiseren van technologie is ook een sleutelfactor. Testprojecten met energiemonitoring leren dat mensen 15% minder gaan verbruiken als ze hun verbruik online kunnen volgen.
Er zijn hierbij 3 grote uitdagingen:
- Breng het stadsmetabolisme in kaart, dwz de materialenstromen en energiestromen in de stad, om gesloten cyclussen te creëren. Het stadsmetabolisme is de som van technische en socio-economische processen die in de stad plaatsvinden en uitmonden in groei en de productie van energie, materialen en afval (Christopher Kennedy, 2007).
- Engageer en betrek burgers, dwz creëer gemeenschappen die de energiestromen samen beheren.
- Het specifieke “DNA” van een stad is de sleutel. Er is geen allesomvattende oplossing, geen typische blauwdruk voor een circulaire stad. Voor elke individuele stad moet gekeken worden naar de ruimtelijke omstandigheden, types van aanwezige infrastructuur, enz.
3 succesfactoren zijn:
- Kijk naar de ruimtelijke factoren in de buurt of wijk: sommige regio’s zijn meer “natuurlijke kandidaten” voor een circulair gebied dan andere (b.v. in de kern van een stadscentrum ligt het vaak anders dan pakweg bij een bedrijventerrein).
- Breng de gemeenschap in beweging; probeer zoveel mogelijk mensen mee te trekken in het verhaal.
- Gebruik de aanpak van een proeftuin (“living lab”) en maak gebruik van best practices die reeds elders getest zijn. Het living lab in De Ceuvel in Amsterdam en het eco-industrieel park van Kalundborg (Denemarken) zijn mooie voorbeelden. Buiksloterham, een regio in het noorden van Amsterdam, zal de komende jaren een circulaire regio worden, ondersteund door meer dan 20 bedrijven en organisaties.
Een taak voor de overheid?
Elke organisatie binnen een regio kan bijdragen aan de evolutie richting een circulaire stad. Het is de taak van overheidsorganisaties om een klimaat te creëren waarin burgers en bedrijven durven te experimenteren en innoveren. Dit betekent een plaats waar de industrie, universiteiten en bewoners elkaar kunnen ontmoeten en versterken in het realiseren van een circulaire strategie.